Rodehond
In het Rijksvaccinatieprogramma wordt tegen 12 infectieziekten gevaccineerd. Rodehond is er daar 1 van. Wie wel wordt gevaccineerd tegen rodehond maar deze infectieziekte toch krijgt, heeft over het algemeen minder (ernstige) symptomen. Welke symptomen dat zijn, lees je op deze pagina. Ook vind je hier informatie over besmetting en hoe vaak de infectieziekte voorkomt.
- Symptomen: hier vind je de klachten die voorkomen bij de infectieziekte.
- Besmetting: onder deze kop lees je wanneer en op welke wijze iemand met die infectieziekte besmettelijk is.
- Hoe vaak komt het voor: hier vertellen we hoe vaak de infectieziekte voorkomt.
Symptomen
Rodehond begint vaak met lichte koorts, moeheid, verkoudheid en oogontsteking. Hierna komt er een rode huiduitslag, vooral in de nek, achter de oren en in het gezicht. De infectieziekte heeft meestal een mild beloop. Rodehond heeft vooral ernstige gevolgen voor ongeboren kinderen. Er kan een tekort aan bloedplaatjes, hersenvliesontsteking of ontsteking aan de gewrichten ontstaan. Een zwangere vrouw met rodehond loopt zo de kans dat haar kind met een afwijking wordt geboren. Denk aan doofheid, blindheid en een geestelijke achterstand. Zwangerschappen kunnen ook eindigen in een miskraam.
Besmetting
Mensen raken besmet door hoesten, niezen en via de uitademing van een besmet persoon. Of door het aanraken van besmet speelgoed of bestek. Iemand met rodehond is al 1 week voordat de symptomen beginnen besmettelijk, tot 7 dagen erna.
Hoe vaak komt het voor?
Voordat de vaccinatie tegen rodehond was ingevoerd, kregen jaarlijks enkele honderden tot 5.000 mensen de infectieziekte. Sinds de invoering van de vaccinatie komt de infectieziekte nog maar weinig voor, ongeveer 5 gevallen per jaar. Maar onder groepen mensen die zich niet laten vaccineren, breken af en toe nog wel epidemieën uit.
Meer informatie?
Alle overige ziekten waartegen het RVP vaccineert
Dit zijn de 12 infectieziekten waartegen de vaccinaties van het Rijksvaccinatieprogramma beschermen.